Geen huis, maar een gevoel

Tot mijn eigen schrik riep ik uit dat een huis niet te vermarkten is. Marianne Timmer van ASR Vastgoed Ontwikkeling vroeg tijdens een workshop over service design, georganiseerd door Total Identity, of een huis populair te maken is zoals een ipad. “Een huis”, zo riep ik, “is niet een product, het is een omgeving, een gevoel.”Ik sloeg nog verder door in de abstractie, maar ik zal mezelf niet herhalen. Direct twijfelde aan mijn eigen uitspraak. Alles is toch de vermarkten? Waarom een huis dan niet? Toch klopt het wel, dat een huis niet als product te vermarkten is. Een huis is natuurlijk niet het enige dat je doet beslissen ergens te gaan leven. Nog belangrijker is misschien wel de locatie; het gevoel dat je krijgt wanneer je in een nieuwe omgeving komt, of het gevoel dat je al hebt bij een omgeving die je in gedachte hebt, omdat je er al woont, of graag komt.

De abstractie van het verstand
Het zijn gevoelens die je doen beslissen iets wel of niet te kopen, aangevuld met verstand. De ironie daarin is dat ook je verstand tamelijk abstract is. Je verstand vormt zich namelijk uit je herinneringen. Genoot je altijd van je oma’s thee in haar kleine woonkeuken? Grote kans dat je een huis met een kleine woonkeuken eerder koopt, onbewust dus door de herinnering aan de lekkere thee bij je oma. Zo ontstaan onze angsten immers vaak ook, uit de herinnering aan eerdere ervaringen, of verhalen.

In het boek ‘Generatie Einstein’ wordt de link naar de invloed van je herinneringen letterlijker gelegd in het hoofdstuk “Wonen: als het maar gezellig is”. Generatie Einstein, nu tussen de 12 en 22 jaar, wil een gezellige woonomgeving, maar wat dit is, is voor iedereen verschillend. Dit hangt volgens de schrijvers af van de plek waar men is opgegroeid. “Als jongeren zijn opgegroeid in een vrijstaand huis met een tuin,” zo zeggen zij, “dan wordt dat de maat van de gewenste woonsituatie in de toekomst. (…) Als jongeren echter wel op een gallerijflat in een grote stad zijn opgegroeid, dan staat die ervaring centraal in hun denken over wonen en betekent gezellig net zo goed dat kleine flatje en zien zij zichzelf niet zo snel in een vrijstaand huis wonen. Daarvan zijn er in een grote stad namelijk niet veel.” (p.204)

Het lijkt alsof het uiterlijk van een huis helemaal niet belangrijk is, op de vertrouwdheid van de herinnering na. Of een nieuw beeld op te dragen is, of dat de markt hem zit in traditionele bouw laat ik voor nu even in het midden.

Gezelligheid gewenst
In ieder geval blijkt functiemenging belangrijk, alle voorzieningen moeten volgens Generatie Einstein namelijk ‘in de buurt’ zijn, en ook binnenshuis willen we alles doen: “Het huis is het centrale hub-knooppunt van waaruit alles gebeurt: wonen, werken, leren, vrienden, familie- het hele leven is geworteld in die ene plek waar je woont.” (p.204) Het gaat Generatie Einstein dus inderdaad niet om het uiterlijk van hun huis, noch om de vierkante meters, het gaat hen om de sfeer en het samenzijn; om het typisch Nederlandse woord ‘gezelligheid’. Dit geldt niet alleen voor het huis, maar ook voor de omgeving, zo bleek uit het onderzoek van het ministerie van VROM dat de schrijvers van ‘Generatie Einstein’ raadpleegde. Een wijk waarin diverse identiteiten en generaties samen leven wordt sneller als gezellig ervaren dan een homogene omgeving en een centrale ontmoetingsplek voor deze diverse mensen is een must. Een gezellige sfeer is de leefwens, op basis hiervan kiezen we wat ons ‘thuis’ wordt.

Een ongrijpbare markt moet je loslaten
We zullen moeten wennen aan abstracte beweegredenen, niet voor niets kwam HP de Tijd afgelopen zomer met het nummer ‘De Confettigeneratie’, over deze ongrijpbare en diverse generatie.

Generatie Einstein, dus gelijk aan de Confettigeneratie, zoekt continu naar een identiteit. Ik vond confetti een mooie vergelijking van de gast-schrijvers van HP de Tijd: confetti wordt namelijk aangetrokken door statische ballonnen. En dat is wat bedrijven, en dus ook vastgoedondernemingen moeten zijn: ballonnen met een duidelijke kleur en vorm. Je moet niet hardnekkig in de lucht gaan grijpen naar de confetti. Ze vinden je wel als ze je expertise nodig hebben. Mits je vindbaar bent met een duidelijke en heldere identiteit en, heel belangrijk, met hart voor je vak.

Dit bericht heeft 3 reacties.

  1. Marianne Timmer

    Beste Emilie,

    Hartstikke leuk stuk en je raakt de kern van de zaak! Een huis is geen product. Het is een gevoel en dat is nu precies waar Apple zo goed in is, en… denk ik, haar populariteit aan dankt. Apple verkoopt namelijk ook geen producten. Zij verkoopt ‘de beste persoonlijke computerervaring’ of anders gezegd een beleving, een gevoel. Het gaat om het plezier dat de klanten beleven aan het product, om de emotie. Het genot van het drinken van oma’s thee in haar kleine woonkeuken, zoals jij dat zo mooi omschrijft. Het is de kunst en de uitdaging om op deze manier naar woonomgevingen, woningen en woonwensen te kijken en de beste persoonlijke woonervaring te creëren, een thuis. En dit zoals je aangeeft met hart voor het vak.

    Nogmaals super dat je in je blog aandacht besteedt aan dit onderwerp. Met plezier wissel ik verder met je van gedachten. Ik weet je nu te vinden (en jij mij…..).

    N.b. Verschil tussen een iPad en een woning is wel dat er volgens mij al een iPad is vanaf € 215,– en daar kunnen we hier in Nederland nog geen maand voor wonen….het is wel weer een hotelovernachting in een goed hotel…..

  2. Olaf Pohlmann

    Bete Emilie,

    Volgens mij maak je in bovenstaand betoog een helder punt. Zelf zit ik in een oort gelijke case.

    Ik werk als accountmanager bij een producent in betongevelstenen, bij betonstenen denk je waarchijnlijk aan grijs, grauw, DDR enz, niet echt een sexy product op heteerste gezicht.

    Nu hebben wij een nieuw concept ontwikkeld, waarbij de architect een unieke steen kan ontwerpen het liefst in nauwe samenwerking met de gebruiker of opdrachtgever om het gebouw een unieke identiteit te geven. Veel is mogelijk al op kleine schaal (vanaf ca. 1000 m2), maar toch blijft het erg lastig om het imago/gevoel over betonstenen weg te nemen. Dit biedt ook juist veel kansen en creatief kun je alle kanten op met dit nieuwe concept (architextuur.nl)

    Eigenlijk ben ik wel erg nieuwsgierig of dit concept aansluit bij jou gevoel en of jij hier een statische ballon in ziet, een betonsteen voor de confetti generatie….

    Verder is je blog erg insprirerend voor mij, ik ben zelf ook aan het studeren (als het goed is mag ik volgend jaar afstuderen ) om vervolgens mijn eigen bedrijf te starten.

    groet,

    Olaf Pohlmann

  3. Emilie Vlieger

    Olaf, bedankt voor je reactie.
    Grappig dat je de link legt van de sociale cohesie van een locatie naar de gevel. Een gevel is natuurlijk één van de uitingen van de identiteit van een locatie. In jullie geval is de architect degene waarmee jullie communiceren, zeg je. De architect is op zijn beurt weer interactief met de gebruiker… daar zal je dan moeten laten zien wat jullie meerwaarde is lijkt me? Dat jullie product vanuit de architect (jullie superpromoter; aantrekkingskracht) overgebracht wordt op de gebruiker.
    Als jullie als bedrijf geloven in jullie product en de meerwaarde ervan kennen en met enthousiasme over kunnen brengen aan derden, kan het absoluut een statische ballon zijn!
    Een blog is absoluut een aanrader tijdens je afstuderen; het dwingt je zo nu en dan een onderwerp af te ronden, direct de spelling te laten checken en open te zijn over het feit dat je lerende bent. Mensen helpen graag heb ik gemerkt! Als ik het mis heb, hoor ik dat wel en dan kan ik het nog tijdens mijn afstuderen aanpassen. Erg fijn!

Reageren is niet mogelijk.