Lokaal ontmoeten: wat bindt mensen aan elkaar en aan een plek?

Lokaal ontmoeten: wat bindt mensen aan elkaar en aan een plek?

Waarom lopen we op de ene plek schuw of defensief rond en zeggen we op een andere plek ‘ik voel me hier thuis’? Mensen zijn bang voor ‘anderen’ en worden gelukkig van ‘elkaar’. Hierdoor leven de meeste mensen het liefst in hun eigen vertrouwde wereld. Ik denk dat hier het verlangen naar lokaliteit vandaan komt. Maar lokaliteit is niet meer zo vanzelfsprekend sinds de globalisering. De dochter van Zygmunt Bauman legt dit mooi uit in een uitzending van het programma ‘Lux’ (IKON).

‘Anderen’ zijn de mensen met wie jij geenszins een relatie hebt. Het is niet je collega of klasgenoot, noch je buurman of vriend. Ook is het iemand die uit een andere cultuur komt dan jij. Met een ander geloof en andere gebruiken. Met ‘elkaar’ bedoel ik gelijken. Dit zijn de mensen met wie jij op de één of andere manier iets gemeen hebt. Dit kan zijn vanwege één of meer van de dingen die anderen niet hebben, maar het kan ook een bepaalde golflengte zijn die je deelt: een gevoelswaarde.

Van groot en onbekend naar klein en vertrouwd
Ik denk dat we altijd bang zijn geweest voor ‘anderen’ en gelukkig zijn geworden van ‘elkaar’. Sterker nog: dit was voorheen veel erger. De globalisering heeft ertoe geleid dat wij steeds meer geconfronteerd worden met verschillen binnen één samenleving. We schrikken niet meer zo erg van iemand die niets met ons gemeen heeft.

De globalisering is paradoxaal genoeg ook de oorzaak van alle angsten: nu zien we ineens alle verschillen die er zijn. Vaak niet wetend dat de kans veel groter is dat we in ieder geval iets met elkaar gemeen hebben.

De globalisering komt voort uit het informatietijdperk. In deze tijd bestaat er geen controle op de informatie die wij tot ons krijgen. Dit wekt ook argwaan op: maken we zelf onze keuzes, of maakt onze omgeving deze vóór ons? Zo blijkt de snelwegschutter niet te bestaan en werd een verkracht meisje voor leugenaar uitgemaakt. Of was het nu andersom? En wie heeft de opstanden in Libië doen ontstaan? Het gehele volk? Een kleine groep belanghebbenden? Of de Verenigde Naties? Het onderscheid tussen de waarheid en het (al dan niet) gemeenschappelijke oordeel is niet te toetsen. Dit heeft nog meer angsten tot gevolg.

Nee, dan liever leven in een kleine wereld. Het verlangen naar lokaliteit is misschien ook een verlangen naar controle, of op zijn minst overzicht. Toch hebben veel stedelingen weinig zicht op hun omgeving. We kennen de buurman die onze planten water geeft wanneer wij op vakantie zijn, maar wie daarnaast woont? Geen idee.

Connecties ontmoeten
Hoeveel connecties moet een mens hebben om zich ‘gelijke’ te voelen? En hoe kom je er achter wat deze connecties zijn en met wie je ze deelt? Social media brengen connecties in beeld. Niet alleen onze vrienden en woonplaats, maar ook onze voorkeur voor muziek wordt gekoppeld. Maar wat als iemand dezelfde voorkeur voor muziek heeft, maar verder alleen contrasterende connecties toont in zijn of haar profiel? Laten we deze persoon dan niet toe in ons netwerk?

De mensen die wij kennen, degenen die wij toegelaten hebben in ons netwerk, ontmoeten wij vaak ook in onze fysieke wereld. ‘Ik heb alleen mensen die ik écht ken op facebook.’ Vaak betekent dit dat je alleen mensen die je ontmoet hebt, toevoegt aan je vriendenlijst.

Ik vraag me af: ontmoeten wij hen regelmatig of incidenteel? Wat voor plekken faciliteren deze ontmoeting? En waar zijn deze plekken? Zijn ze ver weg of toch dichtbij?

Netwerksamenleving vernietigt modernisme
De modernistische gedachte dat wonen, werken en winkelen van elkaar gescheiden moeten zijn is voorbij. Hiermee zijn ook ontmoetingsplekken als het kantoor en de winkelstraat verleden tijd. In de netwerksamenleving mixen deze functies. We kunnen overal ontmoeten, waardoor er minder fysiek verkeer is. Een deel van het verkeer dat voorheen over de snelweg ging, stroomt nu door de lucht van onze woonkamer. We ontmoeten elkaar op Skype en we reizen niet over de A12 maar over WiFi.

Het voordeel hiervan is dat we lokaal kunnen leven zonder afgezonderd te zijn van de rest van de wereld. De globalisering kan doorgaan terwijl wij het grootste deel van ons leven alles kunnen doen binnen een straal van honderd meter. Bij wijze van spreken.

Maar hoe kunnen we zorgen dat we al onze dagelijkse en wekelijkse bezigheden en benodigdheden in de buurt zijn? Het meest efficiënt zou het zijn wanneer onze omgeving op thema geordend is. Opdat we leven in een buurt waar onze ´passies´ (werk en hobby’s) samenkomen. En wanneer iedereen toegang heeft tot een kenniskerk op maximaal tien minuten afstand.

Het is echter wel belangrijk om een diverse bevolking te hebben in één buurt, zoals Victorien Koningsberger ook benoemt in haar blog Beter een goede buur dan een verre vriend. Volgens mij is diversiteit een vanzelfsprekendheid wanneer functiescheiding zich oplost in functiemenging. De mens zelf is divers.

Connected identity
Mensen hebben verschillende kanten/ meerdere identiteiten, zo heb ik gelezen. Ik heb er veel over nagedacht en ben tot de conclusie gekomen dat onze identiteit bestaat uit een enigszins vast gedeelte en een variabel gedeelte. Het variabele gedeelte wordt gevormd door je omgeving. Door de mensen in je omgeving en de producten en plekken waar zij aan verbonden zijn. Dit betekent volgens mij dat (de programmering van) onze fysieke omgeving daadwerkelijk invloed heeft op wie wij zijn.

Ik wil onderzoek doen naar de identiteit van (gekoppelde) individuen en de identiteit van een locatie. Hoe faciliteert de huidige samenleving zich en hoe kunnen we dit verbeteren door de bebouwde omgeving aan te passen? Wat bindt mensen aan elkaar en aan een plek?